Omdat elk kind uniek is en een eigen verhaal schrijft, zal mijn werkwijze voor elk kind anders zijn.

In een eerste gesprek wil ik vooral luisteren naar de ouders en het kind. Daarna beslissen we of we samen verder kunnen. Gedurende de eerste sessies wil ik een vertrouwensband met het kind creëren. Ik probeer het kind duidelijk te maken dat het in De Uilenboom mag zijn wie het is, met zijn sterke kanten, maar ook met zijn zwakke kanten, met dat wat moeilijk is… Ik luister naar het kind, ik kijk naar wat het me toont in zijn spel, tijdens het tekenen of knutselen… Wat is moeilijk voor het kind? Heeft het woorden voor zijn problemen? Ik probeer een aantal dingen te benoemen.

Daarna gaan we samen op zoek hoe het kind dat wat moeilijk is (bijvoorbeeld een echtscheiding, het verlies van een ouder, een ziekte…) een plaats kan geven. Of we zoeken hoe het kind op een andere manier kan omgaan met dat wat moeilijk is: hoe het op een andere manier zijn woede of verdriet kan uiten, hoe de wereld en de ander minder bedreigend kan worden, welk verhaal of welke woorden steunend kunnen zijn…

Boeken kunnen hierbij een belangrijke rol spelen: om het kind op zijn gemak te stellen, om het te tonen dat ik weet dat het kind het moeilijk heeft, om het woorden te geven om te spreken over iets dat moeilijk is…